Gecertificeerd milieuonderzoek

Milieukundige onderzoeken vormen vaak de basis van een bouwproject, of dit nu gaat om infrastructuur of gebouwen. Lawijn Advies & Management is u met de diverse activiteiten van dienst.

Certificaten van Lawijn Advies & Management

· Historisch bodemonderzoek NEN 5725
· Verkennend bodemonderzoek NEN 5740 (BRL 2000)
· Nader bodemonderzoek NTA 5755 (BRL 2000)
· Asbest in bodemonderzoek NEN 5707 (BRL 2000/2018)
· Partijkeuring(AP04) grond en niet-vormgegeven bouwstoffen (BRL 1000)
· Asfaltonderzoek

· Monstername van (grond-)waterzuiveringen

· Milieukundige begeleiding bodemsaneringen (BRL6000)


Historisch bodemonderzoek

Een historisch bodemonderzoek vindt plaats voorafgaand aan een bodemonderzoek (richtlijn NEN 5725). Tijdens deze onderzoeken worden de historische, huidige en toekomstige situatie van een locatie in kaart gebracht inclusief de geohydrologische situatie.

Een historisch bodemonderzoek heeft als doel het verzamelen van
relevantie voorinformatie over de locatie om verdachte terreindelen vast te kunnen stellen. Deze voorinformatie wordt gebruikt om een onderzoekshypothese te definiëren voor het eventuele vervolgonderzoek.

Neem hierover contact op

Milieukundig bodemonderzoek

Op basis van de onderzoekshypothese van het historisch bodemonderzoek start een verkennend bodemonderzoek. Daarbij wordt de milieuhygiënische kwaliteit van de grond en het grondwater volgens de richtlijn NEN 5740 bepaald.

Indien bij het verkennend bodemonderzoek een verontreiniging is aangetroffen, dient er een nader bodemonderzoek volgens de richtlijn NTA 5755 te worden uitgevoerd. Hierin bepalen we de aard en concentraties van de verontreinigde stoffen, en de mate van bodemverontreiniging. De resultaten worden gebruikt voor het vaststellen van de spoedeisendheid van de bodemverontreiniging.

Bij waarnemingen van puin(resten) in de bodem, dient de bodem onderzocht

te worden op asbest volgens de richtlijn NEN 5707.

Neem contact op

Partijkeuring

Om grond- en bouwstoffen te kunnen hergebruiken is het, in het kader van het Besluit bodemkwaliteit, vaak verplicht om de kwaliteit van de grond en materialen te laten keuren. De grond- en bouwstoffen dienen gekeurd te worden onder het certificaat BRL 1000.

De uitvoering van de partijkeuring van grond wordt volgens SIKB-protocol 6001 in-situ (vanaf het maaiveld) of middels depotbemonstering uitgevoerd.

Bij projectontwikkelingen komen veelal niet-vormgegeven bouwstoffen vrij, zoals puinfunderingslagen onder wegen, (hoogoven) slacken of andere steenachtige materialen. Deze bouwstoffen worden volgens het SIKB-protocol 1002 in-situ of middels depotbemonstering gekeurd.

Grondwatermonitoring

Grondwatermonitoring vindt plaats bij bodemsaneringen of in het kader van het Activiteitenbesluit. 

Met grondwatermonitoring bij bodemsanering wordt het verspreidingsgedrag van verontreinigd grondwater bewaakt. De monsterneming vindt plaats volgens het certificaat BRL 2000 of 6000.


Om te voldoen aan de gestelde lozingsnormen vanuit het Activiteitenbesluit is het nodig dat het onttrokken grondwater wordt gezuiverd. Een vereiste van de lozingsvergunning is dat de kritieke parameters vallen binnen de lozingsnormen. De monsterneming vindt plaats volgens het certificaat BRL 2000.

Asfaltonderzoek

De geschiktheid van uw asfalt voor hergebruik hangt af van het gehalte van Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK). Bij een teergehalte hoger dan 75 mg/kg ds is het asfalt ongeschikt. Als uit het asfaltonderzoek blijkt dat slechts een deel van de asfaltkern teer bevat, kan ervoor gekozen worden om de lagen te scheiden middels frezen. De ”niet-teer-bevattende” lagen kunnen dan voor hergebruik worden verwerkt. Onderzoek naar de teerhoudendheid van asfalt(lagen) wordt uitgevoerd volgens de CROW publicatie 210 “Richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt”.

Milieukundige begeleiding

De uitvoering van een bodemsanering dient onder milieukundig toezicht plaats te vinden. Bij milieukundige begeleiding worden 2 hoofdtaken onderscheiden: de processturing en de milieukundige verificatie van het eindresultaat. Bij processturing gaat het om het toezicht houden op, en eventueel bijsturen van, de bodemsanering in het veld. De taak van de milieukundige verificatie is het vaststellen van het eindresultaat om te beoordelen of de saneringsdoelstelling is bereikt. De milieukundige begeleiding vindt plaats volgens het certificaat BRL 6000.

Wilt u meer weten?

Neem contact op